Biodiversiteit op straat

Biodiversiteit is voor ons allemaal van levensbelang; uiteindelijk draait het om het in stand houden van de ecosystemen waar al het leven in de wereld van afhankelijk is. Niet voor niets is het bevorderen van biodiversiteit in de wijk dus een speerpunt van Duurzame SteK. Echter, soms kan het samenleven met een bepaalde soort ook minder leuke gevolgen hebben, ook in onze wijk. Geen reden tot paniek, maar wel belangrijk om de risico’s te kennen en daar bewust mee om te gaan. In deze nieuwsbrief delen we een voorbeeld dat we tegen zijn gekomen langs de Rosandeweg en de Wijnand van Arnhemweg: schijnbaar klein en onbelangrijk, maar af en toe geniepig irritant, vooral voor onze viervoetige huisgenoten. We hebben het hier over grasaren

In de zomer kunnen bepaalde grasaren bij dieren met een (lange) vacht zorgen voor flinke ontstekingen. Vooral honden, maar ook katten, kunnen hier slachtoffer van worden doordat aren (zaden) van grassoorten met harde uitsteeksels en weerhaakjes gemakkelijk in de vacht blijven hangen en zich steeds verder naar binnen kunnen werken, zelfs dwars door de huid heen. De aren kunnen ook problemen geven in de oren, ogen, neus, bek en tussen de tenen.

Voor honden en katteneigenaren is het daarom belangrijk om regelmatig de vacht goed te controleren, zeker bij krabben of likken na een wandeling of als je dier plotseling gaat hoesten, niezen, tranen, blijft schudden met de kop of kreupel loopt. Als je er snel bij bent en de aar is nog goed te zien, kun je de aar meestal wel verwijderen door de voorkant (de punt) met een pincet vast te pakken en zo de hele aar eruit te trekken. Zie je alleen nog uitsteeksels van de aar zitten, dan is er een risico dat deze afbreken als je eraan trekt en dat de punt blijft zitten. Het is dan beter om langs de dierenarts te gaan. Te lang wachten betekent dat de grasaar verder de diepte in kan kruipen, wat ertoe kan leiden dat het probleem met een operatie verholpen moet worden.

Het vermijden van plekken met grasaren of het maaien van bepaalde grassen voor de bloei kan helpen, maar dat laatste is juist weer ongunstig voor de biodiversiteit. Het is dus beter dat je als eigenaar van een dier het risico kent en weet welke grassoorten een gevaar kunnen vormen. Zachte grasaren geven eigenlijk geen problemen. Het zijn vooral de harde soorten, met weerhaakjes die meestal goed voelbaar zijn als je met je hand erlangs veegt. Omdat die aren van voren spits zijn en zich door de weerhaakjes maar in één richting kunnen verplaatsen, graven ze zich in. Een voorbeeld is het grasje op de afbeeldingen, gefotografeerd op de stoep van de Rosandeweg. Dit grasje heet het ‘Kruipertje’ en dat is dus niet voor niets!

Andere plekken in de wijk waar we het ook gezien hebben is bovenaan het Stenenkruis en langs het Vierbeekcollege aan de Wijnand van Arnhemweg.