Op 31 augustus liepen we met Manon Botha door de Rosandepolder en liet ze ons zien en proeven welke planten eetbaar zijn (en welke niet). Het was erg leuk dit te horen over planten langs paden waar ik bijna dagelijks kom en van planten die ik soms van naam ken, maar waar ik dus een heleboel nog niet van wist. Met zoveel planten waar je dagelijks langs loopt, kun je iets. Maar je moet wel weten wat je doet. Welke plant is het, let op het jaargetijde als je er iets af wil halen, en vooral ‘wees zuinig’.

We deden een test met apps als PlantNet en Obsidentify. Dit zijn mooie hulpmiddelen, maar niet blind te vertrouwen. Ik kreeg een suggestie voor een plant met 38% waarschijnlijkheid, iemand anders dezelfde plant met 60% waarschijnlijkheid en uiteindelijk bleek het een plant te zijn waarvoor mijn app 3% waarschijnlijkheid aan gaf. De boodschap van Manon: gebruik deze apps als inspiratie en zoek met determinatiegidsen welke soort het echt is.

Hilariteit was er in de groep toen we brandnetel gingen proeven. Hoezo, dan prik je je toch in je vingers of op je tong? Nou, het kon hoor en het smaakte nootachtig, best lekker. Brandnetel heeft heel veel vitamine c. De zaadjes kun je in de yoghurt doen en als je ze droogt heb je er de hele winter wat aan.

Let wel op bij alle planten,  waarschuwde Manon, dat je bewust bent van de risico ’s van laag groeiende beplanting.  Dieren zouden daar kunnen plassen, wanneer het recent geregend heeft is het risico alweer minder en direct gevaarlijk is het ook niet, maar toch.

Altijd belangrijk om al je zintuigen te gebruiken, zoals kijken, voelen, ruiken en een klein stukje proeven.

We hebben heel wat planten gezien en geproefd zoals bijvoet, gewone bereklauw, rozebottels, dauwbraam, fluitenkruid, springzaad, bijvoet, brandnetel. Voor mij was het opvallend dat je vaak ook het zaad van planten kunt gebruiken.

De wandeling eindigde met voedselbosthee en een heerlijk brandnetelhapje met ketchup van rode bessen in haar voedselboswinkel op de Utrechtseweg. Een heel geslaagde activiteit.