Dit past in het kader van ‘kruimeltjes is ook brood’. Wordt de benodigde energie voor mobiliteit opgewekt door een energiecentrale elders in plaats van een lokale inwendige verbrandingsmotor, dan is er een verschil in efficiëntie. Bij een benzine motor is het rendement variërend van 20 tot 25% en bij een diesel motor varieert dit van 30 tot 35%. Dit is allemaal afhankelijk van ‘de rechtervoet’ van de bestuurder.
Een elektriciteitscentrale wordt niet geregeld door een ‘rechter voet’ en heeft rendementscijfers van minimaal 40%, maar niet meer dan 45%. Een elektriciteitscentrale op kolen wordt niet geregeld door een ‘rechter voet’ en heeft rendementscijfers van minimaal 40%, maar niet meer dan 45%. Een gascentrale heeft een hoger rendement (tot max. 60%) en dat kan nog hoger worden wanneer de restwarmte ook nuttig benut kan worden.(*1) Elektrotractie is daarmee wel lokaal ‘uitstootvrij’, maar is bij opwekking van de energie niet uitstootvrij. Hierdoor is elektrotractie in sterk belaste gebieden (stadscentra) toegestaan, terwijl oude inwendige verbrandingsmotoren voor tractie daar niet worden toegestaan. Samenvattend: ook al wordt de elektrische energie voor elektrotractie met uitstoot opgewekt, door de hogere efficiëntie heeft het wel een positief effect op de uitstoot van schadelijke stoffen voor tractie in het algemeen.
De mate van uitstoot door een brandstof conversie centrale is in belangrijke mate te beperken door de rookgassen te filteren met absorberende stoffen zodat de uitstoot van stikstof verbindingen en de uitstoot van koolzuurgas sterk kan worden gereduceerd. Dit is nog niet in de praktijk gebracht vanwege de hoge kosten die dit met zich meebrengt.
Opwekkingsvormen voor elektrische energie
Brandstof conversie
Dit is de nu gebruikelijke manier om elektriciteit op te wekken. Bij het gebruik van gas is de uitstoot van schadelijke stoffen beperkt, daarentegen is de uitstoot bij gebruik van kolen juist zeer hoog. De Biomassa centrales zijn weliswaar CO2 neutraal in hun uitstoot omdat zij geen fossiele brandstof gebruiken –hierbij is sprake van de ‘korte koolstofkringloop’-, maar per geproduceerde kWh is de uitstoot zeer hoog. Ook geur-overlast is hier een issue, je stookt immers de composthoop op.
De continuïteit van de productie is zeer goed te noemen.
Een ander aspect is de regelbaarheid (de ‘swing’) van de inzet. Voor gas is deze heel hoog, en ook voor kolencentrales is deze sterk toegenomen, nadat het tot voor kort tot 8 uur kon duren voordat deze op vol vermogen kon produceren.
Windenergie
De economisch waardevolle energieproductie van windenergie is alleen mogelijk via een gesubsidieerd systeem, hoewel dat ook minder wordt. Wind op zee heeft al geen subsidie meer nodig, en naarmate het rendement hoger wordt, wordt de subsidie navenant lager. De uitstoot van schadelijke stoffen is nul, maar er bestaat wel geluidsoverlast in de directe omgeving van de windturbines. De continuïteit van de energieproductie is laag. Er zijn -nog- geen buffers voor de opgewekte energie in windstille tijden.
Windenergie kan een blijvende toevoeging aan de energievormen worden indien de kosten niet hoger worden dan de baten. *2)
Kernenergie
Kerncentrales kennen geen uitstoot van CO2 en NOX en zijn in dat opzicht erg schoon te noemen. Het radioactieve afval vormt wel een probleem. Het grootste nadeel is de veiligheid van de centrales. Er hebben zich drie bekende mishaps voorgedaan, waarbij het ongeluk in de centrale op 3 mile island nog net zonder radioactieve fall-out is gebleven.
De continuïteit van de energieproductie is goed te noemen. Al is de regelsnelheid van een kerncentrale beperkt.
Zonne-energie
Voor zonne-energie centrales is de uitstoot van schadelijke stoffen nihil. De continuïteit van de energieproductie is slecht te noemen. Gedurende de nacht is er geen productie en gedurende de dag is alleen in de zomer een redelijke opbrengst. Het maken van energiebuffers voor deze toepassing is noodzakelijk voor een goede continuïteit.
Bijzonder van de inzet van zonnepanelen is, dat het opgevangen licht van de zon wordt omgezet naar elektrische energie en niet naar thermische energie op het aardoppervlak. Hoewel in zeer geringe mate, gaan zonnepanelen op deze manier de opwarming van de aarde tegen.
Zonne-energie kan een blijvende toevoeging aan de energievormen worden indien de kosten niet hoger worden dan de baten. *2)